Rechercher des transcriptions » Résultats de la recherche

Op den 13n July 1779
Compareerde voor my Isaac
Pool Notaris by den Hove van
Holland geadmitteerd te
Amsterdam Residerende
ter presentie van de nate
noemene getuygen
Den wel Ed: Gestrengen Heer Mr. Jan van
de Poll ond Scheepen deze stadt &e
Compagnon van de Compagnieschap Canterende ten naam
van Harman van de Poll & Comp: en alzo in naam
zyner Compagnieschap als Directeurs van een Fonds
van Negotiatie ten behoeven van Planters in de Colo
nie Suriname waar in de Heer Jacques Roux planter
en inwoonder in de gemelde Colonie deel heeft genom¬
en aan verhypothequeert heeft zyn plantagie genaamt
Rourgift.
En verklaarden te Constitueeren en magtig te maaken
de Heeren G. Reyziger en H. M. Wolff woonend te Surin¬
Specialyk om van en opgemelde Heer Jacques Roux te Eys¬
schen vorderen en ontfangen, zo veel hy ingevolgen de Laart
overgezondene Reekening Courant voor agterstallige
Intressen aan de Negotiatie verschuldigt koart te zyn.
voor den ontfang te quiteeren, en dezelve aan zyn Heer
Comparants Compagnieschap in qualite voorsz: te Remit¬
teeren
en ook in vervolg van tyd wanneer by Reekening Courant zal
blyken, dat de Negotiatie vervallen Intressen ter Lasten
van den Heer Jacques Roux zyn Competerende, de dadelyk
voldoening derzelve te Eysschen vorderen en ontfangen
met speciaale qualificatie op de gemelde Heeren gecon¬
stitueerdes, omme zo mo als in 't vervolg van tyd,
gevallen de Heer Rouy ingebreeken mogte blyven
de agterstallige Intresse datelyk te voldoen en
betaalen, uyt kragten der acte Hypothequair en
Conditien der Negotiatie te procedeeren tot Executie
de verhypothequende staat, zodanig hy Heer
Comparenrt in de Colonie present zinde zoude kamen

Op den 13n. September 1783
Compareerde voor mi Isaac
Pool Notaris by den Hove
van Holland geadmitteerd
te Amsterdam Residerende
ter presentie van de natenoe¬
mene getuygen
Den Wel Ed. gest: Heer Mr. Jan van de Poll
oud Scheepen dezer Stadt, Compagnon van de Compagniescha¬
gaande ten naame van Harman van de Poll & Comp
Dewelke voor en in de naam van gedagte zyn Compagni¬
schap als Directeurs van een Negotiatie ten behoeven
van eenige Planters in de Colonie Suriname waarin
door de Heer Jacques Roux deel is genomen en aan welk
Negotiatie hy verhypothequeert en verbonden heeft zyn
Plantagie genaamt Rouxgift en alle de apendependen
tien van dien gelegen in de gedagte Colonie
Verklaarden te Constitueeren en magtig te maaken
De Heeren George Reyziger en Hendrik Mouwritz
Wolff, Agendarissen van het opgemelde Comptoir in de
Colonie Suriname
en dat zo te zamen als yder hunner in 't byzonder
Specialyk, omme ter zaake dat van wegens dezelve Plan¬
tagie aan den Inhoud der acte van Hypotheecq en Ca¬
ditien der Negotiatie niet is of werd voldaan en de ge¬
melde Heer Jacques Roux is komen te Overlyden, de boven
gedagte Plantagie onder hun geconstitueerdens bevin¬
en beheeringe te nemen, en die te administreren¬
des noods zynde ter bekoming van 't zelve bewind en
beheeringe, zodanige verzoeken te doen en Requate¬
te presenteeren en verdere middelen te Emplojeeren
als de Heeren geconstitueerdens zullen vermeenen
te behooren, en in die administratie en beheeringe
gekomen zynde Stiptelyk te voldoen aan de Conditien
en inhouden van het gedagte hy potheecq
Voorts verklaart den Heer Comparant in den naam als boven
dezelve Heeren Agendarissen Specialyk te Constitueeren
in gevallen de Beheeringe en administratie van die
staat niet zal zyn onder hun bewind en Directie
nauwkeurige Informatien te nemen en onderzoek

IS ter Vergaderinge geleesen de Redueste van Catharina van Uchelen, Weduwe en meede geinstitueerde Erfgename van wylen Christoffel Bormeefter, mitsgaders Moeder en Voogdesse over de minderjarige nagelaatene Kinderen aan haar door gemelde Chiistostel Bormeester verwekt; als meede Johan Diderik Deyman en Panlus Theodorus van Uchelen, door den selven Christoffel Bormeester gestelde Voogden over desselfs minderjarig Voorkind, en meede Erfgenaam, door hem in eerder Huwelyk verwekt, houdende, dat sy Supplianten, als gesamentlyk in hunne dualiteiten aangenoomen hebbende de arrementen van den Processe, bevorens gevoert door gemelde Christoffel Bormeester, als Eisscher, tegens Mr. Hubertus Coerman, Advocaat-Fiscaal te Curagcao, geënthameert, en voorts alhier in Revisie genoodsaakt waren voor haar Hoog Mogende Proces te sustineeren als lmpetranten van Mandament van Revisie ter eenre, op ende jeegens voornoemde Mr. Hubertus Coerman, Advocaat-Fiscaal te Curacao voornoemt, Gedaagde in het voorsz cas ter andere zyde. In welke saake soo verre was geprocedeert, dat sy Supplianten hadden geobtineert haar Hoog Mog. Appointement in dato 14 September jongstleeden, neevens de voorsz Requeste gevoegt, waar by Parthye was geordonneert alsnog op der Supplianten Conclusie van eisch te antwoorden binnen veertien dagen na insinuatie van voorsz Appointement, op poene van verstek. Dat het selve Appointement op den 17 der selve maand aan Parthy Procureur was geinsinueert geworden, uitwysens het Relaas van den Deurwaarder J. A. Vaupell, meede de voorsz Requeste annex; dan dat Parthy Procureur tot hier toe was gebleeven in gebreeken van daar aan te voldoen; versoekende den Suppliant derhalven haar Hoog Mog. Appointement, waar by Parthye of desselfs Procureur word verstooken van op der Supplianten Conclusie van eisch te antwoorden, en voor het profyt van dien tenietdoening van de Sententie van den Raad des Eslands Curacao in dato 24 October 1776, ten deesen in questie, rauwelyks admissie om intendith over te leggen, en een ander Mandament om het selve te sien veriieeren, Jalvo purge te veertien dagen na insinuatie. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat Parthye van het dienen van antwoord op der Supplianten Conclusie van eisch sal worden gehouden voor versteeken, en voor het profyt van dien te niet gedaan de Sententie des Eilands Curacao in dato 24 October 1776, ten deesen in queftie, de Supplianten rauwlyks geadmitteert om intendith over te leggen, en een ander Mandament verleent om het selve te sien verifieeren, salvo purge binnen veertien dagen na insinuatie deeses.OP de Cordlusie van Cornelis Thierry de Bye, als Procureur van Jacques Roux, als in Huwelyk hebbende Elisabeth Marie Madelaine Dandiran, nagelaate Dogter en meede Erfgename van wylen David Frangois Dandiran, mitsgaders van den selven Jacques Roux, en J. A. des Loges, in qualiteit als by Resolutie van den Hove van Policie en crimineele Justitie der Colonie Suriname in dato 17 February 1774, aangestelde Voogden over de minderjarige Kinderen en Erfgenamen van wylen den voornoemden David Francois Dandiran, en nog van den voornoemden Jacques Roux en J. A. des Loges, als meede Jan Bruyn, in qualiteit als Curateuren en Sequesters over den Persoon en Goederen van Joel Francois Dandiran, zynde insgelyks een Soon en meede Erfgenaam van wylen den voornoemden David Francois Dandiran, in gevolge de Resolutie van den voornoemden Hove in dato 19 April 1773, alle woonende in de voorsz Colonie Surinamen, lmpetranten van Mandament van arrest, poenaal en rauactie, met de clausule van Bdicte, mitsgaders Excipienten en Verweerders in reconventie, ter eenre, op en jegens Directeuren van de Societeit van Surinamen, voor hun selven, en nog als intervenieerende en de saak aanneemende voor Jean Marteilhe, Ontfanger van het Comptoir der Morgen-Venduën in de voorsz Colonie Surinamen, en voor Jacobus Mourgues, Ontfanger van het Comptoir der Namiddag-Venduën aldaar, mitsgaders voor Jan Nepveu, Gouverneur van deselve Colonie, Gedaagdens en Intervenienten, mitsgaders Geëxcipieerdens en Eisschers in het voorschreeve respective cas ter andere zyde; waar by gemelde Procureur de Bye in reconventie persisteerde by de exceptie, door de lmpetranten, Excipienten en Verweerders primario geproponeert voor replieq, en op de saak selve secundarie voor duplieq. En Bastiaan Nederburgh, als Procureur van de Gedaagdens en Intervenienten, mitsgaders Geëxcipieerdens en Eisschers, persisteerde in reconventie, op de exceptie van litispendentie voor duplieq. IS na voorgaande deliberatie goedgevonden en verstaan, de voorsz saake mits deesen te houden voor voldongen, en Parthyen te gelasten om daar in voort te procedeeren als na style.

als vooren, staande ten name van Carel Boskhaer
groot in capitaal een somma van een duizend guldens
van dato den 21 Januarij 1757, num: 6148, geaggreëerd den
20e: en 26e: December 875
Een duizend Thalers, ten lasten van de keurvorste¬
lijke kamer Credit Cassa, gedateerd dresden Neujaar
1766, Litt: A. No 59,
Een probende off aandeel van vijff honderd gul¬
dens in de Generale Haagsche Societeit onder de super
intendentie en het opperbewind van den Ed: Achtb:
Magistraat van Ihage, in den Jare 1774 opgerigt, ten
de Departement, 8:e Classis, N=o 20, ten name van Juf„
frouw Adriana Catharina van der Heim, ten lijve
en ten behoeven van den Heere Hendrik van der
Steijm, van dato den 5e: Junij 1776
Een dito, in alles als de voorgaande, No= 22, van
dato den 15 Meij 1777.
Een portie off aandeel in een contract van
overleevering, binnen de stad Rotterdam, ten over¬
Staan van den Notaris Adam Schadee, in den
Jare 1770 opgerigt, groot in capitaal een Somma
van twee honderd guldens, A, ten lijve van den
Heere Hendrik van der Heijm
Een obligatie, ten lasten van de Plantagie
Zomerzorg, geleegen in de Colonie van Suriname
onder de directie en ter Comptoire van Ierrand
Whaleij Audig te Rotterdam, staande ten nam
Van Jongvrouwe Adriana Catharina van der Heijer
groot in capitaal een somma van een duizend
guldens, van dato den eersten Junij 1769, num: 125
Polio 64
En ^ dito, ten lasten van den Heere Jacques
Roux en Vrouwe Elisabeth Maria Magdalena
Dandiran, onder verband van derzelver Koffij

voorgaande, No= 8216:
Haagsche Societeit.
Een prebende off aandeel van vijff honderd gul
dens, in de Generale Haagsche Societeit, onder de
Superintendentie van en het opperbewind van den
Ed: Achtb: Magistraat van Shage in den Jare 1774 dar
gerigt, tweede departement, agtste Classis, No= 24, ten
name van Juffrouw Adriana Catharina van der Heijn
ten lyve en ten behoeven van Vrouwe Willemina Caroline
Pielat, van dato den 15 Mey 1777
Een dito, in alles als de voorgaande No. 23.
En nog een dito, tweede departement, zes de Classie
No. 24, ten name, als de voorige, ten lijve en ten behoe
Ven van den Heere Leonardus den Beer, van dato
den eersten Junij 1776
Een portie off aandeel in een contract van overleeve¬
ring, binnen de stad Rotterdam, ten overstaan van
den Notaris Adam Schadee in den Jare 1770 opgerigt
groot in capitaal een Somma van twee honderd
guldens, A, ten lijve van Mejuffrouw Anna Mar¬
garetha Petronella den Beez
Een dito, B., ten lyve van den Heere Leonar¬
dus den Beer
En ^ dito, B. ten lyve van den Heere Christiaan
Hendrik Carel den Beer
Een obligatie, ten lasten van de Plantagien Schoon
oord en welgeleegen, geleggen in de Colonie van Surina¬
me, onder de directie en ten Comptoire van de Heeren
Luden en speciaal te Amsterdam, staande in
blanco, houdende in capitaal een Somma van
een duizend guldens, van dato den eersten Junij
1775, No. 11.
Een dito, ten lasten van den Heere Jacques Roux
en Vrouwe Elisabeth, Maria, Magdalena Danderan

versogt en gedecerneerd geworden
Zoo Verklaarden den Heer Comparant voor en in de
naam van zyn huys van Negotie in qualiteit als
Directeuren der meergemelde Negotiatie denzelv
Heer Gidion Adriaan Diderik de Graaff niet alleen
te Erkennen, als meede gerechtigt te zyn tot
de agterstallen, maar ook aan tenemen en te
belooven om aan zyn Ed: zyne Erve ofte Rech¬
verkrygende S' Jaarlyks te zullen voldoen & be¬
taalen dat geene wat hem prorato van zyn
253 Stuks Obligatien Competeeren zal, in het qun¬
wat ieder planter in het byzonder booven zyne
Jaarlykse Intresse en noodwendigheeden van
zyne schulden bovende 5 vervolgens afdoen en
betaalen zal.
Voorts Verklaarden hy Heer Comparant in zyne opg
melde qualiteit en Relatie, ingevolge daar van
aan den Heer Gideon Adriaan Diderik de Graaf
in duplo in handen gesteldo en onderteekende
Balande, dat de generaale massa de somm
welke de Respective Planters van dat fonds
van Negotiatie, booven aen Hypothequarie Schul¬
den aan de geintresseerdens derzelve Negotiatie
op den 31n. December 1777 Schuldig waaren
bedraagt eene Capitaale somma van Een Hondert
vier en seeventig Duyzend agthondert dertien
guldens. vyftien stuyders en agt penningen
en speciaal de Heer
Heer Hendrik Mauris Wolff
voor zin plantagin genaam
Munnikkendam de Somma van
ƒ 31844-9
Jacob Vogt voor zyn Plantagie Bethe
36781-13
De weduwe Willem van Gulik voor
haar Plantagie Johannas hoop
23292-11-8
Jacob Vogt voor zyn Plantagie Ba¬
den Stein
36823
.J. Roulau voor zyn Plantayes
26519
Nieuw Roeland
De weduwe J. I. Hersch voor haar
18080-12-
Plentagie Beerenrus
Jacques Roux voor zyn Plantagie
1472-18-
Rouxgift
ƒ 174813-15-4
aannemende wyders om alle Jaaren na dat de Reeke¬
ning der Respective Planters met het Fonds geslooten
zyn, aan meergemelde Heer G. A. D. de Graaff zyn
ordre of Recht verkrygende, des begeerende Visiets
zullen geeven of doen geeven ten Eynde daar uijt zal
konne blyken den staat van iede Reekening der
boven gemelde Planters
alles ten Effecten en onder verband als na Rechten
Lnsenteerende den Heer Comparant hier van drie
grossen
Aldus gedaan en gepasseert in Amsterdam op dato al
boven ter presentie van Pieter Lyndrajer Junior en
Hendrik Liden Johaansen al getuygen
P Lyndrajer Jun
Harman vande Pollham
H. Laden Johannesz
Isaac Pool
Notaris

Jovis den 30 July 1778. PRAESTUDE, Den Heere Jyjieling. PRAESEXNTIBUS, De Heeren Brantsen, met een extraordinaris Gedeputeerde uit de Provincie van Gelderland. Van Wassenaer, van Boetzelaer, van Slingeland, van Heemskerk, Quarles , vander Goes, vander Stael, van Leyden, Boreel de Mauregnault, Raadpensionaris van Bleiswyk. Van Citters, van Brakel. Bigot, van Kusfeler, Bergsma, Ouwens: Sloet tot de Haer. De Sitter. E Resolutien gisteren geDB, noomen, zyn geleesen en geresumeert, gelijk ook geresumeert en gearresteert zyn de Depeches daar uit resulteerende.ONtfangen een Missive van den Heere Grave van Degenfeld, haar Hoog Mog. extraordinaris Envoyé en Plenipotentiaris aan het Hof van haare Keiserlyke Majefteiten, geschreven te Weenen den 18 deeser loopende maand, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.IS gehoord het rapport van de Heeren Brantsen, en andere haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de buitenlandsche saaken, hebbende, in gevolge en tot voldoe ninge van der selver Resolutie commissoriaal van den 14 deeser loopende maand, geëxamineert een Memorie van den Heere Hertog de la Vauguyon, Ambassadeur van sijne Maie teit den Koning van Vrankryk, houdende kla ten over een weigering gedaan aan een Vaartuig komende van Duynkerken te Sluys in Vlaanderen om een Lading Gerst aldaar in te neemen, breeder onder de Notulen van den 14 deeser vermeld; en daar neevens ge sxamineert hebbende een Missive van het Clllegie ter Admiraliteit in Zeeland, geschreeven te Middelburg den 20 daar aan volgende, houdende der selver consideratien en berigt op de voorsz Memorie. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat aan den gemelden Heer Hertog de la Vauguyon tot antwoord op de voorsz Memorie sal worden toegevoegt, dat hun Hoog Mog. hem Heer Ambassadeur moeten informeeren, dat de Haven van Sluys in Vlaanderen is van een sonderlinge constitutie, alsoo deselve met betrekking tot de Vaart over Zee voor meer dan een Eeuw in conformiteit van de subsiJteerende Tractaaten geslooten is gehouden niet alleen voor alle Natien, geene uitgesondert, maar selfs voor de Ingezeetenen van den Staat, en dat uit dien hoofde aldaar geene uitgaande Expeditien over Zee aan iemand kunnen of mogen verleent worden; dat hun Hoog Mog. sig flatteeren, dat deese informatie voldoende sal weesen om hem Heer Ambassadeur te desabuseeren, als of aan den Schipper Messemaker van Duynkerken gedestineert na Sluys in Vlaanderen om aldaar een Lading Gerst in te laaden, en over Zee na Duynkerken te transporteeren, iets sonderlings was weedervaaren, strydig met de vryheid van Commercie, wanneer Bem sijne Expeditie was geweigert, met insinuatie, dat hy sijne voorgenomen Lading Gerst soude kunnen transporteeren na eenige Haven in Zeeland, om deselve van daar na Duynkerken te vervoeren, en dat hy Heer Ambassadeur daar meede wel sal gelieven genoegen te neemen, sonder verder daar op te insteeren, alsoo hun Hoog Mog. volstreke verhmdert souden worden om hier in verandering te maaken, versoekende hun Hoog Mog. dat hy Heer Ambassadeur sal gelieven gepersuadeert te zyn, dat hun Hoog Mog. altoos sullen gedisponeert worden gevonden, om ontwyffelbaare blyken te geeven van der selver verlangen, om op alle wyse te mamtineeren de goede verstandhouding welke soo gelukkig tusschen het Hof van Vrankryk en deesen Staat is subsisteerende, en om de weederzydsche betrekkingen der commercieerende Onderdaanen en Ingezeetenen te faciliteeren. En sal Extract van deese haar Hoog Mogende Resolutie door den Agent Quarles aan gemelden Heer Ambassadeur worden ter hand gesteld.IS ter Vergaderinge geleesen de Redueste van Pieter Cornelis Ketele, als Molenaars Knegt dienstbaar by Daniël van Houwe, Molenaar in de Groede, houdende, dat den Suppliant geneegen was om onder het welbehagen van haar Hoog Mogende ter Parochie van de Groede te setten en nieuw op te bouwen en Gort en Boekwyte Windmolen, om daar meede sijn winst te doen, en de In- en Opgezeetenen aldaar, als die van het gantsche District van het Sluysche Vrye en anderen te kunnen gerieven van heele en gebrooken Gort en Boekwyte Meel, het welk veeltyds uit Oostenryks Vlaanderen ten Lande van den Vrye ter sluik wierd ingebragt en verkogt, waar door 's Lands regt op de gemeene Middelen notoir nadeel lyden moest, dan het geen by middel van voornoemde Molen binnen gemelde Lande op te rigten, aan die kant voor het vervolg soude kunnen zyn geprevenieert; versoekende den Suppliant derhalven, dat haar Hoog Mog. hem gelieven te consenteeren en vervolgens te octroyeeren, om in de Parochie vander Groede ten voorsz einde te mogen setten en nieuw op te bouwen een Gorten Boekwyte Koorn-Windmolen, onderheeven zynde als alle andere Windmolens, soo van het regt van ce Wind ten behoeve van het gemeene Land, als aan het geene den Suppliant verder soude mogen verstaan worden des aangaande over de gemeene Middelen aan den Bande verschuldigt te sullen weesen. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat Copie van de voorschreeve Requeste gesonden sal worden aan den Raad van Staate, om der selver advis daar op aan haar Hoog Mog. te laaten toekoomen.IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Charles Abraham du Pasquier, Inwoonder der Colonie Rio Bssequebo, houdende, dat den Suppliant sig ongelukkiglyk ingewikkelt vindende in verscheidene procedures binnen de gemelde Colonie, en die van Rio Demerary, soo teegens J. P. vanden Heuvel, als Daniël Couvreur, Michiel Loeff en Pieter Bout Wouters, ter saake van diverse schreeuwende mishandelingen en ongehoorde vexatien van deselve, sig in den jaare 1776 genoodsaakt had gesien alle die procedures ter cognitie van haar Hoog Mog. te brengen, en der selver voorsiening des aangaande te versoeken, en het geluk gehad hadde van daar inne in soo verre te reusseeren, dat haar Hoog Mog. by der selver Resolutie van den 30 October 1776 onder anderen aan den Suppltant hadden verleend der selver Brieven van voorschryvens aan Directeur en Raaden der Colonie Rio Essequebo, als ook aan Commandeur en Raaden te Rio Demerary, waar by aan deselve was gelast en bevoolen, den Suppliant in de gemelde procedures eene korte en prompte expeditie van Justitie te doen bekoomen. Dat den Suppliant vervolgens na de gemelde Colonie geretourneert zynde, wel getragt hadde het effect van gemelde haar Hoog Mog. Aanschryvens te bekomen, en de voorsz procedures tot voorkominge sijner totale ruine met allen spoed voort te setten; dan dat daar inne door de dilayen en tergwersatien sijner Parthyen soodanig wierd teegen gegaan, dat hy sonder haar Hoog Mog. nadere interventie geheel en al wanhoopte, immer een einde dier saaken te sien, en uit de armoede en elende, waar inne sijne Parthyen hem gedompelt hadden, te sullen kunnen geraaken; versoekende den Suppliant derhalven haar Hoog Mog. nadere Aanschryvinge aan Directeur en Raaden te Rio Essequebo, mitsgaders Commandeur en Raaden te Demerary, waar by aan deselve op het ernstigste aanbevoolen en gelast worden, den Suppliant in sijn voorsz saaken ten allerprompsten expeditie van Justitie te doen geworden, sonder aan sijne Parthyen eenige verdere of andere termynen, dilayen of uitstellen toe te staan, dan deselve volgens regt en practycque zyn toekomende; en ter contrarie by verdere retardementen aan de zyde van des Suppliants gemelde Parthyen regt te doen op dat gunt dat alsdan dadeJlyk onder hun Direefeur en Raaden en Commandeur en Raaden respective sal zyn gesurneert geworden. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat aan Directeur en Raaden te Rio Essequebo, mitsgaders Commandeur en Raaden te Rio Demerary, nader sal worden aangeschreven, en op het ernstigste aanbevoolen en gelast, gelyk aan deselve aanbevoolen en gelast word mits deesen, den Suppliant in sijne voorsz saaken ten allerprompsten expeditie van Justitie te doen geworden, sonder aan sijne Parthyen enige verdere of andere termynen, dilayen of uitstellen toe te staan, dan deselve volgens regt en practycq zyn toekomende; en ter contrarie by verdere retardementen aan de zyde van des Suppliants gemelde Parthyen regt te doen op dat gunt, dat alsdan dadelyk onder hun Directeur en Raaden en Commandeur en Raaden respective sal zyn gefourneert geworden.IS ter Vergaderinge geseelen de Requeste van Johan Venhorst, Kastelein in het Logement het Zwynshoofd te Venlo, houdende, dat hy Suppliant genoodsaakt was geweest in Regten te betrekken voor den Hove geordonneert door haar Hoog Mog. in het Overquartier van Gelderland te Venlo, den Advocaat J. J. Richardt, ten fine van betaling eener somme van een duisend twee guldens Cleefs, en sulks wel uit hoofde eener eigenhandige acceptatie van schuld, wegens verteerde Kostgelden by A. O. van ngenhoven ten Huise van den Suppliant gedaan, onder Copie authenticq nevens de voorsz Requeste gevoegt sub Num, 1. Dat gemelde Advocaat Richardt onder differente versonnen en uit gepractiseerde voorwendselen, by haar Hoog Mog. had weeten uit te werken de Resolutie by haar Hoog Mog. gegeeven in dato den 26 November 1776, waar by aan voornoemde Advocaat verleent wierd surcheance in saaken tegens den Sup pliant. Dat den Suppliant door noodsaakelykheid gepraamt, de vryheid had genomen aan haar Hoog Mogende in de maand van December 1776 by Requeste voor te dragen de trouwloose en calumnieuse verdigtselen en exceptien door voornoemde Advocaat Richardt tot obtineeringe der surcheance by haar Hoog Mog. voorgebragt. , Nempe, dat deese en geene desselfs , Vyanden niet konnende gedogen, dat hy , Suppliant als Roomschgesinde voor een Protestant patrocineerde, en door listen , en lagen het dus verre had weeten te , brengen van den Suppliant in deesen over , te haalen, om hem by middelen van , Regten op te roepen voor den gemelden , Hove van Gelderland. Dat den Suppliant van dag tot dag in vertrouwen was geweelt eene gunstige Resolutie deesen aangaande van haar Hoog Mog. te sullen ontfangen, als de ongesundeertheid van des Advocaats Richardts posicien klaarlyk aangetoont hebbende; versoekende den Suppliant om reedenen hy van sijne Crediteuren op allerhande manieren tot petaling wierd aangemaand, en selfs in Regten betrokken door de Swager van den meergemelde Advocaat Richardt, den Scheepen W. Thyssen, soo als aan haar Hoog Mog. soude confteeren uit de origineele Citatie de voorsz Requeste annex sub Num. 2, waar door des Suppliants credit niet alleen geen klein gevaar liep, maar hy selfs kosten en prostitutien moest ondergaan, en dus buiten staat gesteld wierd sijne Crediteuren te voldoen, nog sijn Vrouw en Kinderen op eene eerlyke manier te onderhouden, dat het alsnu aan haar Hoog Mog. behagen moge den staat en surcheance by haar Hoog Mog. Resolutie van den 26 November 1776 verleent, op de Requeste van den Advocaat T. J. Richardt, op te heffen. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat Copie van de voorsz Requeste en Bylagen gesteld sal worden in handen van de Heeren Brantsen, en andere haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de saaken van het Overquartier van Gelderland, om te visiteeren, examineeren, en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen.DE Conclusie van eisch in reconventie en antwoord in conventie, mitsgaders subordinate geamplieerde eisch in reconventie en presentatie, en antwoord in conventie van Bastiaan Nederburg, als Procureur van Directeuren van de Colonie Surinamen, voor hun selven, en nog als intervenieerende en de saak aanneemende voor Jacobus Morgues en Jean Marteilhe, Vendumeesters en Ontfangers van het regt der Venduen aldaar, en eindelyk voor Jean Nepveu, Gouverneur Generaal van de Colonie Surinamen voornoemt, Gedaagdens by Mandament van arrest, poenaal en rauactie, met de clausule van edicte, mitsgaders Eisschers in reconventie ter eenre, op ende jeegens Jacques Roux, als in Huwelyk hebbende Elisabeth Marie Madelaine Dandiran, nagelaatene Dogter en meede Erfgename van wylen David Francois Dandiran mitsgaders den selven Jacques Roux en J. A. des Loges, in qualiteit als by Resolutier van den Hove van Politie en crimineele- Justitie van dato 17 July 1774 aangestelde Voogden over de minderjaarige Kinderen en Erfgenamen van wylen den voornoemden David Frangois Dandiran; en nog op en jeegens den voornoemden Jacques Roux en J. A. des Loges, als meede Jan Bruyn, in qualiteit als Curateuren en Sequesters van den Persoon en Goederen van Joel Frangois Dandiran, zynde insgelyks een Soon en meede Erfgenaam van wylen den voornoemden David Francois Dandiran, in gevolge de Resolutie van den voorsz Hove in dato 19 April 1773, allen woonende in de voorsz Colonie van Surinamen, lmpetranten en Verweerders in het voorschreeve respective cas ter andere zyde. IS na voorgaande deliberatie goedgevonden en verstaan, dat gesteld sal worden in handen van Parthye, om op den eisch in reconventie te antwoorden, en op het antwoord in conventie te repliceren; mitsgaders op den subordinate geamplieerden eisch in reconventie en presentatie, te antwoorden, en op het antwoord in conventie te repliceeren binnen veertien dagen na insinuatie deeses.

Jovis den 15 Mey 1777. PRS DE Den Heere van- Heer keren van Brantsonhurg. PRAESENTIBUS, De Heeren van Randwyk, de Fagniet, van Heeckeren tot Enghuysen, de Roode van Heeckeren, Wilbrenninck, BrantJen, van Holthe, met drie extraordinaris Gedeputeerden uit de Provincie van Gelderland. Van Wassenaer, Vermeulen, van Heemskerk, Quarles, van Leyden , saadpensionaris van Bleiswyk. Van Lynden, met een extraordinaris GedeJDuteerde uit de Provincie van Zeer land. Van Hardenbroek van Lockhorst, HWieling. Van Aylva, Rengers, met een extraordinaris Gedeputeerde uit de Provincie van Vriesland. Sloet tot de Haer. Lohman. E Rkesolucien giiteren ge DD noomen zyn geleesen en geresu meert, gelijk ook geresumeert en gearresteert zyn de Depeches daar uit resulteerende.RS der Vergaderinge gelecsen een Memorie van den Heer Baron de Geer, extraodinaris Envoyé van sijne Majesteit den Koning van Sweeden by deesen Staat, versoekende permissie voor den GCapitein Hacker van Stockholm, om met het Sweedsch Schip de Eendragt in Texel ofshet Vlie te mogen inkoomen, en sig aldaar eenige daagen te moogen ophouden, om. de noodige ververschingen in te neemen, en met de Eigenaars van de Lading een schikking te maaken, wegens de wyse om daar van ten haaren voordeele te disponeeren, sonder te contravenieeren aan haar Hoog Mog. Placaat van 3 Deeember 1728; volgende de voorsz Memorie hier na geinsereert. Hauts & Husslants Seigueurs.TE Vaisseau Suedois Eendragt, commandé par le Capitaine David Frederic Hacker de Stockholm, devant arriver dans peu de jours à Amsterdam avec une Cargaison de Ris, de porte di Govo, chargée à son bord par Mr. Jean Baptiste, Mambrini de Trieste en stalie pour comtte de Urs. Zappa & Gebroeders ZLossa à Anmyterdam, & ne pouvant debarquer sa dite charge sans contrevenir auPlacat de Vos Hautes Buissamces du 3 Decembre 1728, & sans encourir la. peine de consiscation statuée par ledit Placat; le soussigné Envoyé extraordinaire de S. M. le Roi de Suede, a l'honneur de demander tres humblement à Vos Hautes Puissances qu'il leur plaise accorder au, dit Capitaine Hacker la permission d'entrer 'avec son Vaisseau au lexel ou au, Vlie, de's'y arnêter quelques jours pour prendre les rafraichissemens necessaires &. pour arranger avec les Proprietaires de la charge la maniere d'en disposer dà leur profit sans dontrevenir à la Jsusdite. Ordonnance de Vos Hautes ; Puissances. Cette permission, Hauts & PuisgansScigneurs, ne tirant pas à consequence pour la validité dudit Placat, puisqu'elle119 deroge pas quant au Jond ou à ce qui en constitue Vobjet principal ( le debarquement de la charge) le Soussigné oseJe flatter que Vos Hautes Puissances daigneront lui accorder sa tres -humhble demande en faisant donner les ordres necefsaires à leurs Officiers respectifs d'Amirauté, pour la libre entrée & sortie du Jusdit Vaisseau & de Ja charge, &pour qu'il ne soit fait aucun tort ni empechement au Capitaine pendant le tems quil pourra ctre vbligé de s'arrcter pour prenitre les nouveaux ordres des Proprietaire 8 pour Je pourvoir des choses necesuires à un Jecond voyage. La S&oussigné prie de plus tres - humblement Vos Hautes Puissances de vouJoir bien faire expedier leur resolution à ce Sujet le plus promptement possible , asin que l'entrée du Vaisseau en question au Texel ou au Vlie ne vienne pas à prevenw l'arrivée des ordres de Vos Hautes Pussances, & asin que les Proprietalres du Navire & de la charge puissent se louer d'avoir joui en entier & Jans aucuns fraix de reclamation ou de restituTrion; de la grace que Vos Hautes Puissances daigneront leur faire, & dont ils se trouvent avoir besoin par lignorance du Capitaine au Sujets des Placats & Ordonnances de Vos Hautes Puissances. Fait à la Haye ce 14 May 1777. Signe Le Baron de Geer.WAAK op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat aan het Collegieter Aumiraliteit te Amsterdam, onder welkers Ressort de Zeegaten van Texel en het Vhe geleegen zyn, en aan de andere Cotlegien ter Admiralitern, voor s00 verre Het Sweedseh Schip d'Eendragt, gevoert door Schipper David Frederiek Hacker, door storm, of eenig ander toeval, in een van de Zeegaten van haar Ressort soude mogen inkoomen, sal worden aangeschreven ,' dat haar Hoog Mog. aan het selve, ofschoon koomende van Trieste, voor reekening en aan het Addres van de Kooplieden Zappa en Gebroeders Lola te Amsterdam, voor ditmaal, sonder consequentie, aangesien de onkunde, waar in die Schipper word gehouden te verseeren van haar Hoog Mog. Placaat wan retorsie van den 3 December. 1728, verbiedende de Sweeden met haar eigen DF gehuurde Scheepen hier te DLande in te brengen andere Goederen als Producten van haar eigen Land en Colonien, en Manufasturen van deselve, op straste van confiscatie, hebben geremitteert de straf van confiscatie van Schip en Lading, en gepermitteert om sonder Last breeken te vertrekken, werwaurds de goede raad van den Schipper sal gedragen, als meede om te mogen inneemen en bylaaden soodanige Vivres en verdere noodwendigheeden als de Schipper tot sijne verdere reise sal oordeelen noodig te Hebben, en daar toe, en om lig over sijne verdere reise met de Roopleden Zappa en Gebroeders Lossa te Amterdam te beraaden, eenigen tyd in het Zeegat daar het Schip sal zyn ingevallen te moogen blyven leggen, mits dat geen last gebrooken, en buiten de Viyres en noodwendigheeden bovengemeld niets bygelaaden worde. Dat Extract van deese Resolutie sal worden gesonden aan de Collegien ter Admiraliteit tot haar narigt en om haar daar na te reguleeren. Dat voorts aan den Heer Baron de Geer, bxtraordinaris Envoyé van sijne Koninglyke Majesteit van Sweeden, tot antwoord op desselfs voorenstaande Memorie sal worden toegevoegt, dat haar Hoog Mog. op, sijn versoek wel hebben willen de noodige ordres stellen, dat het Schip d Eendragt, Schipper David Trederick Haeker, binnen een van de Zeegaten deeser Landen koomende in te vallen, van de straffe van confiscatie, die het Schip en Lading volgens haar Hoog Mog. Placaat van den 3 December 1728 soude mogen concurreeren, sal worden geeximeert, en aan het selve gepermitteert, om de noodige Vivres en andere noodwendigheeden tot desselfs verdere reise te mogen isneemen, en aan den Schipper gepermitteert, om over sijne verder te doene Teisemet de Kooplieden Zappa en de Gebroeders Lossa te Amsterdam te mogen concer. teeren, en soo lang als tot het een en ander van de voorsz oogmerken noodig sal zyn in het Zeegat, alwaar heteerst sal zyn ingevallen te vertoeven, mits geen Last breekende, en buiten de Vivres en noodwendighReeden van, de reise niet-bylaadende; dat haar Hoog Mog. vertrouwen, dat door deese ordres, dle haar Hoog Mog. met de meeste promptitude dbenlyk hebben gesteld, alle geleezentheid van het ophouden en doen maaken van kosten voor gemelde Schip sal zyn geprevenieert, en verder sullen verwagten, dat de Scheepen van de Republieq in soortgelyke gelecgentheeden in het Ryk van Sweeden even favorabel sullen worden bejeegent en behandelt. En sal Extract van deese haar Hoog Mog. Resolutie door den Agent Quarles aan gemelde Heer de Geer worden ter hand gesteld.IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Jacques Roux, als in Huwelyk Hhebbende Elisabeth Marie Madelaine Dandiran, mitsgaders deselve Jacques Roux en J. A. des Loges, in qualiteit als by Resolutie van den Hove wan Policie en crimineele Justitie der Colonie Suriname in dato 17 February 1774, aangestelde Voogden over de minderjaarige Kinderen en Erfgenamen van wylen den voornoemde David Frangois Dandiran; en nog de voornoemde Jacques Roux en J.A. des Loges, als meede fan Bruyn ;'ia qualiteit als Curateurs en nocSequesters over de Persoon en Goederen iwan ssoel Francols Dandiran, zynde insgelyks eenn Soon en Meede-Erfgenaam van wylen se den voornoemden David Francois Dandiran, in gevolge de Resolutie van den voorschreeven Hove in dato 19 April 1773, alle woo.l naunde in de voornoemde Colonie van Surisonamen; versoekende; com reedenen in de voorsz Reuueste eallegueert, Haar Hoog .2 Mog. Mundament ; uit kragte van het welke sodegeerste Deurwaarder of Boode, magt hebBende te exploicteeren, hier toe versogt, boworde geauthorifeert, onder den Ontfanger .poofide Outfangers van het Vendu- Comptoir rm ls8urnrame, of (onder soodanige andere 2sVersoonen, en op foodanige Plaatsen als hem zodbllen: worden aangeweesen, te Heemen in )5 arrest sen bewaarderhand, al Het geene, soo naam scontante Penningen, Wisselbrieven als nioandersints, door seekeren Jacob Beudt, in qualiteit als Geauthoriseerde tot het waarneemen van het Comptoir der Vendu in Suriname, of door andere Bediendens van het selve Comptoir , 'dadelyk is ingemaand en ontfangen, van; de uitstaande schulden wan het selve Comptoir, welke door den voornoemden David Francois Dandiran, als Ontfanger aan het yoorsz Comptosr, of wel aan den voornoemden Jacob Bcudt in sijn woorfz dualiteit, als Geauthoriseerde, zyn 'opgeleevert, en waar van de invordering aan den selven Jacob Beudt is gedemandeert geweest: als meede no3 om onder den Ontfanger of Ontfangers van het Comptoir der Vendu in Suriname, insgelyks te neemen in arrest en bewaarderhand, al het geene ten Comptoire van de Vendu of onder de gemelde Ontfanger of Ontfangers, actueel perustende is, weegens het nette provenue van het Vendumeester-Ampt in Suriname, pa aftrek van alle kosten, soodanig als het qelvemerte provedue by de Conventie, welke op den 6 Maart 1748, tusschen den Gouverneur van de Colonie Suriname, ter eenre, en de Raaden van Policiëe van deselve Colonie, ter andere zyde, is aangegaan, en by haar Hoog Mog. Resolutie van den 16 January 1749 is geapprobeert en geconfirmeert, onder de daar by gemelde conditie; ten voordeele van de Societeit van Suriname, is nagegeeven: als meede al het geene wegens het nette provenue van het voorsz Vendumeesters-Ampt, na aftrek als vooren; in het toekoomende en by vervolg van tyd ten voordeele der voorsz Societeit nog sal vinkomen; met interdictie aan de gemelde Ontfanger of Ontfangers, en alle anderen, is het nood, op seekere groote poone nop tegen haar Hoog Mog. te verbeuren, om van het voorsz gearresteerde buiten toeftemming van de Supplianten aan of ten behoeve van Directeuren der voorsz: Societeit; of aan of ten behoeve van iemand anders, epnige afgiste, hoe genaamt, se edoen ,7 of om duar over, in weerwil vamcdde Supplianten op eenigerhande wyse te qdifponeeren. En waar by voorsz Directeuren van de gemelde Societeit, mitsgaders den Gouverneur van Suriname, en alle anderen jisvhet nood, worde gelast en bovoolen, het voorsz arrest te gehengen en te gedoogen; met interdictie aan deselve, op gelyke posme als voo ren, van sig in weerwil van de Supplianten, over het voorsz nette provenu van het Vendumeesters-Ampt in Surinamen, het zy door het slaan van Ordonnantien of op eenigerlei andere wyse, eenige beschikking of dispositie aan te matigen, alles respectivelyk tot tyd en wyle dat de Supplianten van hun agterweesen, breeder-in de voorsz Requeste vermeld, met de interessen en kosten, ten volle sullen zyn voldaan en betaald. En by het welke wyders de gemelde Ontfanger of Ont. fangers van het Comptoir der Vendue in Surinamen worde geordonneert, om van wegens het selve Comptoir, soo uit het geene door den voornoemden Jacob Beudt in sijne qualiteit, of door andere Bediendens van het Comptoir der Vendu, dadelyk is ingevordert van de voorsz uitstaande schulden door den voornoemden David Francois Dandiran, als Ontfanger aan het selve Comptoir opgeleevert, en waar van de invordermg aan den voornoemden Jacob Beudt, in sijne voorsz qualiteit als Geauthoriseerde is gedemandeert geweest, mitsgaders uit het geene ten voorsz Comptoire der Vendtie, of onder de gemelde Ontfanger of Ontfangers wegens het netee provenue van het Vendumeesters Ampt, na aftrek van alle kosten, berustende is, aan de Supplianten teegen behoorlyk acquit op te leggen en te voldoen de somme van vyf en sestig duisend seeven honderd twee en neegentig guldens een stuiver en twaalf penningen Hollands, met den interesse van deselve somme tegens agt per cent in het jaar, gereekent seedert den 19 October 1770, zynde de tyd wanneer de Wisselbrieven in Holland zyn betaald, tot de dadelyke voldoening toe, als meede om het voorschreeve gearresteerde daar voor te sien verklaren verbonden en executabel. En waar by al verder Directeuren der voorsz Societeit worde gelast, niet alleen om al het gunt voorsz is meede te gehengen en te gedoogen, maar om ook in cas de Supplianten hun voorsz agterweesen, met de interessen van dien, uit het gunt van de boovengemelde uitstaande schulden van het Vendu-Comatoir is ingekomen, en uit het geene ten selen Comptoire of onder dé gemelde Ontfanger of Ontsangers, wegens het voorsz nette provenue van het Vendumeesters Ampty na aftrek van alle kosten, daadelyk is berustende, niet ten vollen mogten kunnen sconsequeeren, alsdan het deficieerende van voorsz Capitaal en Interessen aan de Sunplianten te voldoen, uit het geene aan Directzuren voornoemt wegens het provente van het voorsz Vendumeester - Ampt wan Sarinamen in vroeger tyd reeds is goedgedaan of verantwoord, mitsgaders, is het nood, uit het geen ter dier saake in het toekoomende aan voorhoemde Directeuren nog goedgedaan of verantwoord sal moeten worden; mitsgaders eindelyk hun allen nog gelast te betaalen de kosten hier omme gedaan. En) in cas van oppositie de voorschreeve arresten ensinterdictien poenaal stad houdende, tot dat Parthyen gehoord, by Haar Hoog Mon. anders sal zyn gedifponeert, zy -de Oppolant Of Opposanten dag beteekent woor haar: Hoog Mogende', om te seggen de reedenen van dien; en te aanhooren soodanigenneisch en eonceltusie, als de Supplianten ten dage dienende, ter saake voorsz fullen willen doen en neemen, daar jeegens, als meede op der Supplianten versoek van 'provisie; ten'antwoorden, en voort te procendeeren) als' na regten, voor soo veel des noods, meg de clausule van edicte ten aanSien van Directeuren voornoemt, mitsgaders tom in dees te procedeeren op korte terzmynen wah veertien dagen peremptoir, en woorts ineommuni forma; alles gereserveert sen ongepree udicieert soodanig verder of ander regt als aan de Supplianten uit kragte wan haar Hoog Mog. Sententie van den 5 October 1773 is competeerende. WAAR sop gedelibereert zynde, is goedwevonden en verstaan, dat de voorsz Requeste gesteld sal worden in handen van 's Lande Advocaten, om der selver advis daar op zan haar Hoog Mogende te laaten toekoomen.OP de Requeste van de Aoosdossicieren en Ritmeesteren van bet Regiment Cavallerye van den Generaal-Major van Slböcken, in Guarnisoen te Breda, ordre bekoomen hebbende, om met vier Compagnien van het voorsz Regiment te marcheeTen na de Provincie van Vriesland, en met de vier andere na Groningen. IS na voorgaande deliberatie goedgevonden en verstaan, dat ten behoeve van de vupplianten een Pasport in behoorlyke forma sal worden gedepecheert, om de Bagagie van het voorsz Regiment, volgens eene specifique Lyste neevens het voorsz Pafport te exhibeëren, na de Provincien van Vriesland en Groningen voornoemt te moogen doen transporteeren, vry en sonder betaalinge van 's Lands geregtigheid.IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Reynier Hasevelt; versoekende, som reedenen in de voorsz Requeste geallegueert, dat haar Hoog Mog. aan hem, gelyk in voorige jaaren, wederom eenig douceur gelieven te verleenen, WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat Copie wano de voorsz Requeste en Bylage gesteld sal worden in handen van de Heeren van Heeckeren tot Enghuysen, en andere haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de saaken vans de Finarcie, om te visiteeren, examineeren, en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen.

Sabbathi denz190 Augusty 1777. Nihil actum est. Dominica dem X9 -augiyty ;. 1737.Nipil dctum este Lunae den 11 Augusty 1777. PRAASIDE, Den Heere Cau. PRAESBDBDNPI BUS, DE) De Heeren Pieck, Brantsen, met vitinteextraordinaris Gedepubeerden uit des Provincie van Gellerland. Van Wassenaer, Purvé, wan Luoyden , Raadpenstonaris van Bleiswyk. Vun Brakel. Vun Heeckeren van Brantsenburg , syieling. Bergsma, met een extraordinaris Gedeputeerde uit de Provincie van Vriesland Sloet tor de Hauer. Van Gesseler.DE Resosutici Vvoorleeden Vrydag genoomen zyn geleesen em geresumeert, gelyk ook geresumeere en gearresteert zyn de Depeches daar uit resulterende.ONtfangen een dMissive van den sHeere Grave wan Degenfeldt5;. hûnrb Hoog Mog. extrabudinatis Envoycen lenipotentians aan het Hof vansshaane Keyserlyke Majesteiten ilgeschreeventanWeenen den: go det voorseeden-maandlis houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen. HONifangen twee Missisen un den Secretaris van den Heene Graue van Welderen, haan Hoog Mog. extraerdinaris Envoyé, en Pienipotentiaris aan het bof van sijne Majesteit, den dsoning wan Groote Brittannien, geschteeyen te s Londens den 5 en 8 deeser loopende maand, )lbelde geaddresseert aan den Griffier Fageh, ohoudende advertentie. WAAR. op geen Hesolutie is, gevallan. omni getONtfangen leen Missive wan den Resi, dent de Swart, geschreven telSt, Petersburg den 18 der voorlpeden maand, geaddresseert aan den Griffier Hagel, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.8 ter Vergaderinge geleesen een Memorie van den Heere Vicomte de la Herreria, Minister Plenipotentiaris van sijne Majesteit den Koning van Spagne by deesen Staat, raakende het transport van een Portugees, een Spaansche Dame en drie Kinderen, in het Land van Cleef gearresteert; volgende de voorsz Memorie hier na geinsereert. Hauts & Huiyants Seigueurs.WOs Hautes Puissances voudront bien Je rapeller de contenu d'un Memoire, Oos que le soussigné Ministre Plenipotentiaire de Ja Cour dEBypagne, eut l'honneur de noudeur presenter le. 9 Decembre 1776 au Jujet do-lenlevement fait part le nommé ires d Ornellas à St. Lucar de Barrameda, de Jacs'emme, 8 trois Enfans de vdUariano Sanchex de Cadix, que le Rawilseur venoit desconduire à Amsterdam, & dont le soussigné au nom du Roi deemandoit à Kos Hautes Puissances, que ces cinq Personnes lui fussent delivrés. Que le même jour 9 December Hos Hautes Puissances voulurent bien donner leurs bordes pour faire la recherche convenable, oumnettre en sureté le Criminel, la Mere & Jes Enfans, & prendre en suite une Resolution formelle. Que pan celle qui gut remise, da la part de Hos Hautes abuissances au soussiguê le 9 Xanvier 1277, DE MU appert wtgucapres avoir fait toutes-les sperquisitionsi paffibles pour trouver Je Rawisseur Ornelsas, ansi que ta Dame Sanchez & jsessdensans, on ctoitaparvenu à bdecouwir, que sta verité ils avolent fait quelque sejour à Amsterdam, mais qu'en2 Juite ils s didient rendus à Cleve, aygnt par leur fuute precipitée, preven ses justes . mesures puisgw par Vos Hautes, Puissance spuus obliger la Roi. Depuis lors sle soussignd s étant acluré, ae qu'eff ectivement vals sajournwisut a Cleve, ,ddadil fit dlaanémeldemande à la Cour de Jermi lin, & Ja Wejesté Frussienney congaiucie de llenormité du Crime du nomine Otnellas, & de la juste requisition dunsousjignd, Hlle ordonna que les susdites cinq „Rersonnes sussent arrêtées & remises Lentae ses mains de cesles qui se vrendrotent naum) Frontieres de Cleve pdur les prendie. Persuadé du wrais desin We Has Hautes Puissances miobliger le Roy Catholique, de youssigné tecourt à Vos Hautes DuisJances , pour lesnprier del fuine expedier les ordres convenables, afin que la silt d' Armbom commette des Ptersonnes sutres & affidées qui se transporient Jur lest Frontieres, pour y recevoir de la pantde la Regence de Cleve les Prisonniers en question, & qua ceuw-ci soient conduits, mis en toute sureté à Amsterdam & gurdés de méme jusques à ce que le soussigué trouvé une oegasion sure de les saire pasJer en Espague. Quoiqu'il ait appris par un avis ulierieur, que depuis peu de jours le Ravissur s'ctoit evadé de la Prison de Cleve, il Je flatte cependant qu'avant llarrivde dt ceum que Ves Hautes Puissances ordonu4ont de commetire pour regevuir les Criminels, on sera parvenu dà se saisir de la Aersonne du Jusdit Ornellas, mais dant le cas contraire, il prie qua la Daut Sanchez & ses Enfans soient toujurs conduits à Amsterdam, & mis en lieu de Jureté, commg al vient de le dire yus haut ; le- soussigné se changeant de sus les fraim & depensos. Tait à la Haye le 11 Aout 1771. Signé, Le Vicomte de. la Herrerlaao WAAR oop gedelibereert zynde , is gqedgevonden en verstaan, dat Copie van 4de voorsz Memorie gesonden sal worden gpall de Heeren Staaten van de Proyincien val Gelderland, van Holland en Westyriesland en van Utrecht, met versoek, om de noodige ordres in den haaren te willen stellen, ten einde gemelde Persoonen over der lelver Territoir na Amsterdam mogen worden getransporteert, om aldaar in seekerheid be waard te worden, tot dat deselve door een gpaansch- Schip afgehaald sullen worden.ONtfangen een Missive van den Heere Hogguer, haar Hoog Mog. Minister by den Nederfaxischen Kreytz, geschreven te Hamburg den 5 deeser loopende maand, geaddresseert dan den Griffier Fagel, houdende advertentie, en onder anderen, dat onder de hand verhomen hebbende dat de Luthersche Geestelykheid in de week daar te vooren, wederom eene sterke Memorie aan den Raad hadde overgegeeven, raakende de Capelle van haar Hoog Mog. aldaar, hy Heere Hogguer aan den Heer Syndicus Sillem gevraagt hadde, of den selve hem niet een Afschrift van die Memorsle konde besorgen, dog dat voornoemde Heer Syndicus aan hem gesegt hadde, dat die Memorie met soo weinig eerbied voor den Raad was geschreven , dat hy destlve niet wel konde communiceeren. Dat hy Heere Hogguer nogtans in hoopewas deselve door een andere hand magtig te worden, om 'er een Afschrift van te besorgen. Dat voornoemde Heer Sindicus by die geleegentheid Hem ook nog gesegt had, dat de saak der Gereformeerden om onder Stads protectie te komen , hog niet heel wyd geavanceert was, en dat het ten minsten nog wel een maand soude aanloopen, en mogelyk veel langer, eer dat die saak soude Kunnen voorgedragen worden. WAAR op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Westvriesland de voorschreeve Missive, voor soo veel het gemelde point aangaat, copielyk overgenoomen, om in den haaren breeder gecommuniceert te worden.ONtfangen een Missive van den Predikant on Ouderlingen van de Gereformeerde Gemeente te Stutgard, geschreeven aldaar den 1 Mey deescs jaars, herinnerende daar by aan haar Hoog Mog. voo rige beweesene adsistentie tot der selver soutien aldaar, en versoekende teffens, ter herstellinge van hunne genoegsaam onbruikbare Kerke, de noodige hulpe en bystand van haar Hoog Mog. WAAR op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verstaan, dat Copie van de voorschreeve Missive gesteld sal worden in handen van de Heeren Brantfen, en andere 'haar Hoog Mogende Gedepufeerden tot desssaaken van de Financie, om met en negvens eenige Heeren Gecommitteerden uit dennRaad van Stante; by haar El salfs te nomineeren; te visiteeren, exammeeren, en vun alles alhier ver Vergaderinge rapport te doen:ONtfangen een Missive van den Hote geordonngert in ohetl Ovorquartier wan Golderland, geschreven te Venlo den 8 deeser loopende maand, houdende, dat op den 4 daur te vooren, soo aan hun als aan den Raad en Momboir, door Gedeputeerden uit de Magistraat der voornoemde Stad Venlo wierd te kennen gegeeven, dat de Inwoonderen van ele Gemeente van Tegelen, Onderdaanen van den Heere Reurvorst van de Paltz, in het voorjaar van deesen jaare weederom hadden Begonnen Turf te maaken uit de Gronden, dewelke de voorsz Magistraat sustineerden hunne Gronden te weesenDat de uitgehaalde Slyk nog by de Gaten was leggende, en of gemelde Hove niet soude kunnen goedvinden om deselve weederom daar in te doen werpen, en door dat middel dien Actus pessessionis van dié van Tegelen teegen te gaan en te weeren. Dat gemelde Hove ep eene Memorie var den Raad en Momboir ter voorsz materie; aan hun daags daar aan volgende ingedient wel geoordeelt hadeen;, dat hit ten titterste noodsaakelyk was om de attentaaten en feitelykheeden van die van Tegelen te weeren, soo tot maintien van het regt der voornoemde Stad Venlo, als wel tot conservatie van het Territoriaal regt van haar Hoog Mog:, en wel des te meer, om dat de Regeering van Gulik de iterative onderneemingen van de Tegelsche Ingezeetenen als Actus possessionis & quidem pacifice, indien deselve niet wierden teegen gegaan, souden konnen efi wilden doen aanmerken; maar ook teffens by hun overwoogen zynde, dan haar Hoog Mog. die disferenten, in vroegere tyden begonnen, by Resolutie wan den 6 Juny 1726 hadden gelieven te stellen in handen van de doenmalige Heeren Commissarissen Deciseurs te Maastricht, en dat gemelde Hove deselve weederom by hunne Missive van den # February 1776 ( waar toe sig waaren refereerende ) ter deliberatie van haar Hoog Mog. hadden gebragt, sy geprefereert hadden van het nadere gebeurde haar Hoog Mog. te verwittigen, en testens haar Hoog Mog. in consideratie te geeven, of het niet dienstig soude zyn dat gemelde Hove geauthoriseerv wierde, om de begomen uttentaten, door het doen inwerpen van den gemaakte Jurfslyk in de gaten waar uit gehaald wus igeworden, te weeren ,teegen te gaanslen te interrumpeeren, of wel dusdanige andere dispositie daar omtrentite maaken ; als 'souden bevinden te behooren. WAAR op gedelibereert zynde , is lgoedgevonden en verstaan, dat Copie wan de voorsz Missive gesteld sal worden in handen van de Heeren Brantsen, en andere haar Hoog Mogende Gedeputeerden tot de saaken van het Overquartier van Gelderland, om met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate, by haar E. selfs te nomineeren, te wisiteeren, examineeren, en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen.Onstfangen een Missive van de sirecteuren van de Sccieteit van Suninaame, geschreven te Amsterdam den. 6 deesor loopende maand, houdende, in gevolge sen ter voldoening van haar HoogMog Resolutie van den 17 Juny deeses jaars oder sselver belang op de Requeste den 15 Mow daar te woopnen aan haar Hoog Mogende gepresenteert, uit den-naam en vaniweegens Jacques Roux, cum suis; versoekende haar Hoog Mogende Mandament van sarrest en rauactie; tin voegen als breeder by deselve Requeffe en onder de Notulen van gemelde 15 Mey deeses jaars vermeld. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat de voorsz Missive en Bylagen, als meede de Requeste door voornoemde Jacques Roux, cum suis, op depoc5 Mey deeses jaars aan haar Hoog Mog. gepresenteert, gesteld sullen worden in hanslen van 's Lands Advocaten, om der seer advis daar op aan haar Hoog Mog. te-daaten toekoomen. 199IS ten Vergaderinge geleesen de Requeste wan soustaf Undeen, houdende, dat onder de meenigvuldige Actens, gepasseert in de affaire, raakende het Sweedsche Schip gt. Philip, in den jaare 1694 reets opgebragt zynde doo reen Zeeuwsche Kaper, Capitein Cornelis Crynssen Vlamink, en door meenigvuldige Resolutien van haar Hoog Mog, lang voor deesen tot restitutie en alle schadeherstelling gedemardeert, ook een Contract was tusschen seekeren Johan Hillman Thorsson, en Cornette Andries Stromhielm, ingegaan den 26 Maart 1772, op fundament van een transport, het welk den laatstgemelde van den Suppliant gekreegen hadde; en dat in gevolge van dien voornoemde Hillman geene verdere dispositie in voorsz asfatte toeqtam, alsnalsleen voldoening te eischen van de dûbligatien van Seromhielm, welke hObligatien egbef op het allernaauwstehem Suppliant ook aangingen metde Grediteuren van Hillman, onder welke een of ander sdie van hem het meest teopretendeeren hadde, hem sSuppliant gecommitteert hadden voor hun regt te vigileeren; dat in de maand Mey laatstleeden uoornoemde Cornette Stromhielm was oversleeden; welke. verandering moogelyk aanleiding soude konnen geeven tot soodanige gradus len movementen in gemelde affaire, dewelke voor; hem Suppliant en sijne Committenten seer nadeelig souden konnen zyn, en in reguarde van welke hy Suppliant reets door de Cour ranten het overlyden van gemelde Stromhielm had bekent gemaakt, met eene daartoe applicabele waarschouwinge; versoekendeden Suppliant derhalven, dat indien aan haar, Hoog Mog. ter deeser saake, raakende het voorsz opgebragte Sweedsche Schip, door Hillman of iemand anders eenig versoek soude moogen worden gedaan, hoe en op wat manier, buiten die Erfgenamen of Regtverkreegenen van den Overleedenen Cornette Stromhielm, haar Hoog Mog. als intervenieus hem Suppliant daar van kennisse gelieven te geeven, eer dat eenig resultat daar over genoomen word; den Suppliant altyd bereid zynde, om te toonen hoe veel deese saak hem en sijne Committenten aangaat en roerd. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat de voorschreeve Requeste als antidotaal ter Griffie van haar Hoog Mogende sal worden geseponeert, om te sijner tyd te dienen sulks en daar het behoord.18 ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Joseph de Raath, Contrarolleur der Posten en Bodens van de Generaliteit, houdende, dat haar Hoog Mog. de goedheid hadden gehad fijn Suppliants Dredetesseurs Jaarlijks toe te voegen eene somme van twee honderd guldens woor extraordinaris dien sten, gelyk die somme ook nog in den voorr leeden jaare 1776 aan den Suppliant was geaccordeert geworden; versoekende den Suppliant derhalven, dat het haar Hoog Mog, goede geliefite, zyn moge hem dierger lijee twee honderd guldens toe tel woegen, en daar van te doen depecheenen de noor dige Ordonnantie in communi forma. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat aan den Suppliant voor extraordinaris diensten sal worden toegesegt, soo als aan hem toegelegt word mifs deesen, eene somme van twee honderd guldens, daar van defi Raad van Staate versogt word ten sijnen behoeve de noodige Ordonnantie te doen depecheeren.NWnde ter Vergaderinge getoont en geDZD) exhibeert de Declaratie van den Goudsmit de Thomeze, wegens het maaken yan tennigoude Ketting en Medaille ter waarde van dertien honderd guldens woor den Heere Marquis del MVivulda, Minister van sijne Majesteit dem Koning van Sardiniëen, en een van drie honderd guldens voor desselfs Secretaris. 18 na voorgaande deliberatie goedgevonden en wetstaan, dat de voorsz Declaratie gesonden sal worden aan den Raad van Staatenens de Generaliteits Reekenkamer, om te visitaeren; exumineeren en liquideeron, volgensen in conformiteit van de ordres van chetLand. En dat de voorsz woude Kettingen em Medlilles, door den Agent (uurlesoa ais den Gemagtigden wan gemelde -Hoere Mavquis de Vivalda dullen worden ter hand gesteld

Martis den 15 September 1778. PRAESIDE, Den Heere van Heeckeren van Brantjenburg. PRAESENTIBUS, De Heeren Pieck, vanden Steen, van Nagel. Van Wassenaer, van Boetzelaer, van Heemskerk, vanden Steen, Quarles, vander Goes, vander Stael, Melvill, Boreel de Mauregnault, Raadpensionaris van Bleiswyk. Van Citters. Wieling. Van Aylva, Bergsma. Sloet tot de Haer. De Sitter.EEL Ressolutien gisteren genoomen, zyn geleesen en geresuDD meert, gelijk ook geresumeert en gearrelteert zyn de Depeches daar uit resulteerende.ONtfangen een Missive van den Heere Grave van Welderen, haar Hoog Mog. extraordinaris Envoyé en Plenipotentiaris aan het Hof van sijitie Majesteit den Konmg van Groot-Brittannien, geschreven te Londen den 11 deeser loopende maand, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.ONtfangen een Missive van den Heere Hop, haar Hoog Mogende Minister Plenipotentiaris aan het Hof te Brussel, geschreven aldaar den 14 deeser loopende maand, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.ONtfangen een Missive van den Heere Hogguer, haar Hoog Mog. Minister by den Neder-Saxischen Kreitz, geschreeven te Hamburg den 11 deeser loopende maand, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.ONtfangen een Missive van den Secretaris van den Heere Bosc de la Calmette, haar Hoog Mog. extraordinaris Envoyé aan het Hof van sijne Majesteit den Koning van Deenemarken, geschreven te Koppenhagen den 8 deeser loopende maand, geaddresseert aan den Griffier Fagel, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen.ONtfangen een, Missive van den Commissaris Bronkhorst, geschreeven te Bourdeaux den 5 deeser loopende maand, geaddresseert aan den Griffier Fagel, houdende Extract van een Brief, geschreeven te Duynkerken door den Heer Maignot Dallet in dato 26 / ugusty laatstleeden aan de Heeren Trappe Bouillé en Compagnie, Kooplieden te Bourdeaux voornoemt , noopens Bet aanhouden door de Engelschen van het Hollandsche Kofschip de Verandering, van Amsterdam, Capitein de Boer, van de Rivier van Bourdeaux na Duynkerken gedestineert. WAAR op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Westvriesland de voorsz Missive Copielyk overgenoomen, om in den haaren breeder gecommunieeert te worden.ONtfangen een Missive van den Heere Grave van Welderen, haar Hoog Mog. extraordinaris Envoyé en Plenipotentiaris aan het Hof van sijne Majesteit den Koning van Groot-Brittannien, geschreven te Londen den 11 deeser loopende maand, geaddresseert aan den Griffier Fagel, sendende daar neevens Copie van een Brief welke daags te vooren aan Milord Suffolk hadde geschreeven, om drie nieuwlings opgebragte Hollandsche Scheepen met haare Ladingen be ieffens vergoeding van schaden en onkosten te reclameeren; zynde deselve de Eendragt, Capitein Reltje Jansz Jongbroer, gaande van Petersburg na Brest met Hennip en vzer, en de drie Gesusters, Capitein H. Martens Backer, van Riga na Bayonne, beide. te Douvres door een Cotter opgebragt, en de Stad Hasselt, Capitein Hielke Obbes, meede door een Cotter genomen; sig aan de gemelde Brief verders refereerende. WAAR op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Westvriesland de voorsz Missive copielyk overgenomen, om in den haaren breeder gecommuniceert te worden.ONtfangen een Missive van den ConsutButler, geschreeven te Gibraltar den 30 July laatstleeden, daar by recommandeerende tot de opvolging in sijn voorsz Employ als Consul sijn Neef Thomas Gavino, Kleinzoon van sijn Consuls Prae decesseur Gerard Dique, welke laatstgemelde in sijn voorsz Post gestorven was na meer dan dertig jaren dienst. WAAR op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Weftvriesland de voorsz Misfive en Bylage Copielyk overgenoomen , om in den haaren breeder gecommuniceert te worden.IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van John Turnbull, Geassocieerde van het Huis van Negotie seedert veele jaaren te Gibraltar geëtablisseert onder de firma van Livingston en Turnbull, geappuyeert door verscheide Kooplieden en Rheeders van Scheepen te Amsterdam en Rotterdam woonagtig, welke de voorschreeve Requeste onderteekent hebben; versoekende om reedenen in de voorsz Requeste geallegueert, dat het haar Hoog Mog. behagen moge den Suppliant tot Adjunct Consul van haar Hoog Mog. te Gibraltar benevens den tegenwoordigen Consul Francois Butler aan te stellen, en hem Suppliant daar beneevens de surviyvance van het selve Consulaat te accordeeren; zynde den Suppliant bereid om het selve Consulaat geduurende het leeven van gemelde Consul Butler buiten genot van eenige Voordeelen os Emolumenten waar te neemen. WAAR op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Westvriesland de voursz Requeste Copielyk overgenomen, om in den haaren breeder gecommuniceert te worden.IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Thomas van Getfe en Zoon, Denys van Rlingenberg, Emanuel Hugle en Zoon, D. de Meyne, A. Broekhuisen en Jacob Hamest, soo voor hun selve, en als gequalificeert zynde door alle de verdere Kurkesnyders deeser Landen, houdende, dat haar Hoog Mog. by der selver Placaat van den 24 December 1750 goedgunstiglyk hadden gelieven te voorsien tegens den invoer van vreemde gesneede en gefatgoeneerde Kurken, op de poenaliteiten daar in vervat, mitsgaders op versoek van de Supplianten of der selver Praedecesseuren het gemelde Tlacaat van tyd tot tyd te renoveeren, en wel laatst by haar Hoog Mog. Placaat van den 10 Mey 1773 doen voor den tyd van nog ses jaaren, en sulks tot den 10 Mey van het aanstaande jaar 1779; dat alsnog exteerden de reedenen waarom haar Hoog Mog. het meergemelde Placaat hadden goedgevonden te emaneeren; versoekende de Supplianten derhalven, dat het haar Hoog Mog. goede geliefte zyn moge, het meergemelde Placaat van den 24 December 1750 nog voor eenige jaaren te vernieuwen, te reekenen na den 10 Mey des eerstkoomenden jaare 1779, wanneer de ses jaaren laatst verleent by haar Hoog Mog. Placaat van den 10 Mey 1773 staan te expireeren. WAAR op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provineie van Holland en Westvriesland de voorschreeve Requeste Copielyk overgenoomen, om in den haaren breeder gecommuniceertte worden.DN ter Vergaderinge geleesen de Requeste van verscheide Kooplieden, Rheeders van Scheepen en Alssuradeurs ter Beurse der Stad Rotterdam, houdende, dat seedert weinig tyds een groot aantal Scheepen, toebehoorende aan Ingezetenen van deesen Staat, en gedestineert na Vrankryk, door Engelsche Konings Scheepen en Commissievaarders op Zee waaren aangehouden, en wvervolgens in de Havenen van Groot- Brittannien opgebragt, alwaar deselve by Ccontinuatie opgehouden wierden, schoon by de enkele inspectie der Scheeps Papieren terstond en overtuigend hadde kunnen blyken, dat de voorsz Scheepen niet beladen waren met soogenaamde contrabande Goederen, gespecificeert by het derde Articul van het Tractaat van Marine in December 1674 tusschen de Kroon van Engeland en deese Republicq geslooten. Dat dit gedrag der Engelsche Natie, waar van de onbillykheid uit het regt der Volkeren met weinig moeite soude kunnen beweesen worden, indien deselve niet reeds middagklaar consteerde uit het soo evengemelde Tractaat van Marine en de explicatoire Conventie van 1675, noodwendig de totale ruine van Nederlands Koophandel en Scheepvaart veroorsaken moest, soo daar in niet tydig en efficacieuslyk wierd voorsien ; versoekende de Supplianten om de gemelde en verdere reedenen in de voorsz Requeste geallegueert, dat het haar Hoog Mog. behagen moge soodanige maatregulen te beramen ter protectie van den Handel en Zeevaart deeser Landen, en tot voorkoming van der selver gedreigde ondergang, als haar Hoog Mog. sullen oordeelen te behooren. WAAR op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincien van Holland en Westvriesland, van Zeeland en van Vriesland, de voorschreeve Requeste Copielyk overgenoomen, om in den haaren breeder gecommuniceert te worden. En is dien onvermindert goedgevonden en verstaan, dat Copie van de voorschreeve Requeste gesteld sal worden in handen van de Heeren Pieck, en andere haar Hoog Mogende Gedeputeerden tot de saken van de Zee, om te wvisiteeren, examineeren, daar op in te neemen de consideratien en het advis van de Gecommitteerden uit de respective Collegien tér Admiraliteit deeser Landen, die alhier staan te koomen, en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen.DE aanweesende Heer Gedeputeerde van de Provincie van Zeeland, heeft ter Vergaderinge ingebragt en laaten leesen de Resolutie van de Heeren Staaten van hooggemelde Provincie sijne Principalen, houdende der selver Provinciaal Advis op het Rapport den 11 der voorleeden maand ter Vergaderinge uitgebrasgt, en de provisioneele Resolutie dien dag genoomen, over het different tusschen de Directeuren van de Colonie de Berbice en de Colonisten aldaar; volgende de voorsz Resolutie hier na geinsereert. Extract uyt het Register van de Resolutien der Heeren Staaten van Zeeland.Den 31 dugusty 1778. CSEhoord zynde het rapport van den Raadpensionaris uit naam van Heeren Commissarissen, hebbende, in gevolge en tot voldoeninge aan hunner Edele Mogende Resolutie commissoriaal van den 17 deeser loopende maand, met en neevens eenen Gecommitteerden uit Repraesentant en Bewindhebberen van de Westindische Compagnie ter Praesidiale Kamer Zeeland, geëxamineert de Resolutie der Heeren Staaten van Holland en Westvriesland van den 8 July deeses jaars, den 13 daar aan ter Generaliteit ingekoomen, op het aan hun Hoog Mog. gepresenteert Request in naam van Jean Joly, cum Juis, en eene daar by geannexeerde Copie-Memorie, houdende het voorsz Request klagten tegen de Directeuren van de geoctroyeerde Colonie de Berbice, als of door hun by voorige Beligten aan hun Hoog Mog. teegen de waarheid eenige saaken souden zyn voorgedragen, en op het diesweegens door hun Hoog Mog. gerequireert Berigt van gemelde Directeuren, den 13 April deeses jaars ter Generaliteit ingekomen; als meede ter genoegdoeninge aan hunner Ed. Mog. Resolutie van den selven 17 deeser maand, het den 11 te vooren ter Generaliteit uitgebragt Rapport op het voorsz Request van Jean Joly, cum Juis, op het Berigt der Directeuren van de Colonie de Berbice en op de Resolutie van Holland even gemeld; en eindeling de by die geleegentheid provisioneel genomene Resolutie hunner Hoog Mog. van den laatstgemelden datum, waar by de meergemelde Directeuren worden geauthoriseert, om, hangende hunner Hoog Mog. deliberatien over het voorsz subject, te mogen blyven heffen het dubbeld der Lasten, mitsgaders een Plantagegeld van sf 125- o- 0 per Plantage jaarlyks, op den voet van hunner Hoog Mog. Resolutie van den 1 April 1774; alles breeder by de voorsz Stukken selve gemeld. Is goedgevonden en verstaan, dat de Heeren ordinaris Gedeputeerden ter Generaliteit sullen worden aangeschreeven en geauthoriseert, gelyk geschied by deese, om sig met het Rapport den 11 der voorleeden maand ter Vergaderinge van hunne Hoog Mog. uitgebragt over het Request van Jean Joly, cum suis, en de daar by geannexeerde Memorie over de Missive van de Directeuren der Colonie de Berbice en over de Resolutie der Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, in de praeemissen deeses gemeld, weegens hun Ed. Mog. te conformeeren, met uitsondering nogtans, dat, ten einde alle verkeerde illatien soo voor dit als volgende gevallen te prevenieeren, de Conventie tusschen de Directeuren van de geoctroyeerde Colonie de Berbice en eenige Planters en Eigenaren van Plantagien in die Colonie aangegaan, den 20 Mey 1777 ter Generaliteit ingekoomen, niet worde geapprobeert, om vit hoofde der selve alle de verdere Geinteresseerden te verbinden; maar dat sy Heeren ordinaris Gedeputeerden het daar heenen sullen tragten te dirigeeren, dat by eene speciale Resolutie, sonder daar in van de voorsz Conventie melding te maken, de inhoud dier Conventie, met de verdere bepaalingen by het voorsz Rapport vervat, tot eene expresse regulative, soo voor de Directie als alle de Geinteresseerden der meergemelde Colonie, by hun Hoog Mog. worde gestatueert, en in soo verre het versoek van Jean Joly, cum Juis, by hunne Requeste van den 13 April laatstleeden geweesen van de hand. Ten welken einde Extract deeser Resolutie aan welgemelde Heeren ordinaris Gedeputeerden ter Generaliteit tot der selver informatie en narigt sal worden gesonden. Onder stond, Accordeert met het voorsz Register. Geteekent, G. J. Blankert. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat Copie van de voorsz Resolutie gestelt sal worden in handen van de Heeren Pieck, en andere haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de saaken van de Westindische Compagnie, om te visiteeren, examineeren, en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen.ONtfangen een Missive van den Heere Grave van Welderen, haar Hoog Mogextraordinaris Envoyé en Plenipotentiaris aan het Hof van sijne Majesteit den Koning van Groot - Brittannien, geschreven te Londen den 8 deeser loopende maand, geaddresseert daan den Griffier Fagel, houdende, dat den Secretaris van Ambassade van Spagne hem in de gepasseerde week gevraagt had, of hy geen narigt had van een Hollandsch Schip dat op de Kust van Cornouailles genomen was, en dat, soo hy geinformeert was, op Zee Geld van een Spaansch Schie had genomen; dat hy daar op geantwoord had van neen, maar dat hy hem plaisier soude doen van hem te informeeren van de naam van het Hollandsche Schip, als meede van de naam van het Schip en van den Capitein van het Engelsch daar door het was opgebragt: dat hy Saturdags te vooren van hem ontfangen had een Biliet Copielyk neevens de voorsz Missive gevoegt, en daar uit gefien had dat het het selve Schip was waar over hy aan Lord Suffolk had geschreeven: Dat hy den Heer Lelyveld versoge had van sulks aan den Heer Descarano te seggen. Dat dewyl den Ambassadeur van Spagne hem hier niet over gesprooken had, hy die demarche van den Heer Descarano alleen aangesien had als een particuliere demarche van hem, maar egter gemeent had daar van te moeten informeeren. WAAR op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Westvriesland de voorschreve Missive Copielyk overgenoomen, om in den haaren breeder gecommuniceert te wordenDE Conetusie van versoek van Bastiaan Mederburgh, als Procureur van Directeuren van de Colonie Surinamen, voor hun seen en nog 'als intervenieerende en de saak aanneemende voor Jacobus Mourgues en Jan Marteilhe, Vendumeesters en Ontfangers' van het regt der Venduën aldaar, en eindelyk voor Jean Nepveu, Gouverneur Generaal van de Colonie Surinamen voornoemt, Gedaagdens by Mandament van arrest peenaal en rauactie, met de elausule van EHdicte, mitsgaders Eisschers' in reconventie; en Gecxeipieerdens ter eenre, op en jegens Jaques Roux, zals in Huwelyk hebbende Hisabeth Marie Madelaine Dandiran, nagelaate Dogter en meede Erfgename van wylen David Francois Dandiran, mitsgaders ' den' selven Jacques Roux, en J. A. des 'Poges ;-in uualiteit als by Resolutie van den Hove van Policie en crimineele Jufitie van Wato 17 July 1774, aangestelde Voogden gOver de minderjarige Kmderen en Ertfgenamen wan wylen den voornoemden David Francois Dandiran, en nog op en de voornoemde Jacques Roux en J. A. des Loges, als meede Jan Bruyn, in qualiteit als Curateuren en Sequesters van den Persoon en Goederen van Joel Francois Dandiran, zynde insgelyks Soon en meede Erfgenaam van wylen den voornoemden David Francois Dandiran, in gevolge de Resolutie van den gemelden Hove in dato 19 April 1773, alle woonende in de voorsz Colonie van Strinamen, lmpetranten en Verweerders in het voorschreeve respective cas, mitsga ders Excipienten ter andere zyde. IS na voorgaande deliberatie goedgevonden en verstaan, dat gesteld sal worden in handen van Parthy, om daar op te antwoorden binnen veertien dagen na insinuatiedeeses.IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Boursse de Superville en Smith, Kooplieden te Middelburg, als Gemagtigdens en speciale last hebbende van Arnoldus de Raaff, Secretaris te Rio Essequebo, en getrouwt met Maria Spengler; versoekende om reedenen in de voorsz Requeste geallegeert, haar Hoog Mog. Mandament van Revisie van seekere Sententie van den Hove van civile Justitie te Rio Essequebo geweesen in saake van der Supplianten Principaal, breeder in de voorsz Requeste ter needer gesteld, met de clausule van relief jegens de indebité verheffing en prosecutie der boovengemelde Revisie, mitsgaders met de clausule van inhibitie, en voorts in communi forma. WAAR op gedelibereert zynde, is' goedgevonden en verstaan, dat ten behoeve van de Supplianten in hunne voorsz qualiteit het versogte Mandament van Revisie met de clausufe van relief jeegens de indebité verheffing en prosecutie der boovengemelde Revifie, mitsgaders met de clausule van inhibitie, in behoorlyke forma sal worden gedepecheert.IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Frans Gerard Eysingk, Koopman te Amfterdam, voor sig selve, en als in Huwelyk hebbende Anna Scheltes, eertyds Weduwe, en volgens Testament op den 30 July 17439 voor den Notaris Jan Ardinois en Getuigen binnen de gemelde Stad gepasseert, geinstitueerde Erfgename van wylen Abraham van Hoboken, in leeven meede Koopman aldaar, en mitsdien representeerende soo den gemelden Abraham van Hoboken en desselfs nagelaatene Weduwe, die thans de Huisvrouw is van den voornoemden Frans Gerard Eysimgk, als de firma van Handel gaande op de namen van Hoboken en Eyssingk, houdende, dat den voornoemde Abraham van Hoboken, wiens Comptoir van Negotie met William Hetcher, teegenwoordig woonende te St. Martin, voor deesen Koopman te St. Eustatius, eenige jaaren agter elkander Handel gedreeven hadde, in den jaare 1756 na behooren had geeëffectueert soodanige assurantie als waar toe de gemelde William Fletcher ten reguarde van sijn Schip de Indiaansche Koning hem last gegeeven hadde; alles met dat gevolg, dat de voornoemde William Tletcher ook al wat daar omtrent door den gemelde Abraham van Hoboken verrigt was had geapprobeert ; versockende den Suppliant in de voorsz sijne qualitet en relatien, om reedenen in de voorsz Requeste geallegeert, haar Hoog Mog. Mandament, waar by den voornoemden William Fletcher gelast en bevoolen word, aan den Suppiiant teegen behoorlyke Quitantie of Acte van acquit in promptis op te leggen en te betaalen seekere somme van seeven duisend seeven honderd vier en neegentig guldens en sestien stuivers Hollandsch courant, ter saake in de voorsz Requeste vermeld, den Suppliant of het Comptoir van Negotie thans canteerende op de namen van Hoboken en Eyssingk, ten laste van den gemelde William Fletcher competeerende, met de interessen tegens ses per cent in het jaar, seedert den 1 January 1770 daar op verloopen, tot de volle en effectueele voldoeninge toe; en waar by wyders den voornoemden William Fletcher gelast en bevolen worde, alle soodanige actien en pretensien als hy ten laste van het voorsz Comptoir van Negotie of van den Suppliant in deslselfs voorsz qualiteiten en relatien vermeent te hebben, binnen den tyd van ses weeken na het verschynen van den te preefigeeren Regtdag raauwlyks te institueeren voor haar Hoog Mog., op poene van verstek; en dat by faute van dien aan den voornoemden William Hetcher sal worden geimponeert een eeuwig stilswygen en silentium; en waar by laatstelyk ook in beide de voorsz opsigten den voornoemden William Fletcher gelast en bevoolen worden te betalen de kosten hier om gedaan; en in cas van oppositie, sy den Opposant of Opposanten dag beteekent voor haar Hoog Mog. , om te seggen de reedenen van dien, te aanhooren soodanigen eisch en Conclusie, als den Suppliant ten dage dienende in beide de gemelde opsigten sal willen doen en neemen, daar jeegens te antwoorden, en voorts te procedeeren als na regten; alles is het nood met de clausule van edicte, by aldien de voornoemde William HFetcher sig niet op het Territoir van haar Hoog Mog. mogte onthouden, en voorts in communi Jorma. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat ten belioevevan den Suppliant in sijne voorsz qualiteiten en relatien Het versogte Mandament van rauactie en om actie te institueeren in voegen voorsz, met de ciausule van edicte, by aldien de voorsz William Hletcher sig niet op het Territoir van haar Hoog Mog mogte onthouden, in behoorlyke sorma sal worden gedepecheert.OP de Requeste van L. Martens, Koopvrouw en Leeverancierster te Arnhem. IS na voorgaande deliberatie goedgevonden en verstaan, dat ten behoeve van de Suppliante een Pasport in behoorlyke forme sal worden gedepecheert, om de Goederen, breeder gespecificeert in de Lyste nevens de voorschreeve Requeste gevoegt, tot monteeringe van het Regiment Orange Gelderland, in Guarnisoen te Maastricht, na Maastricht te mogen vervoeren, vry en sonder betaalinge van 's Lands geregtigheid. En sal het voorschreeve Pasport goed weesen voor den tyd van eené maand, na dat de laatste attache daar op sal weesengesteld.